Ondersteuning glyco-array
Onderzoek naar antistoffen tegen gangliosiden met de ‘Glyco-array’
21.12.2020
Tijdens een infectie worden er door het afweersysteem antistoffen gemaakt die iemand moeten beschermen. Bij patiënten met GBS worden er echter antistoffen gemaakt die ook schadelijk zijn voor de eigen zenuwen. De zenuwontsteking die daarop volgt is de directe oorzaak van de verlamming en gevoelsstoornissen. Vaak zijn deze toxische antistoffen gericht tegen ‘gangliosiden’ (versuikerde vetten) die bij iedereen in de zenuwen zijn te vinden. Er zijn tientallen verschillende gangliosiden bekend en tegen al deze structuren kunnen patiënten met GBS antistoffen maken. Soms produceren patiënten antistoffen tegen een complex van twee verschillende gangliosiden. Deze grote diversiteit van antistoffen maakt het ook moeilijk om ze te onderzoeken. Om de antistofpatronen te kunnen onderzoeken moet bij iedere patiënt alle antistoffen bij voorkeur in 1 laboratoriumtest worden bepaald. Recent is dat mogelijk geworden door de zogenaamde ‘glyco-array’ zodat alle antistoffen direct kunnen worden bepaald.
In 2020 heeft de Stichting GBS mede bijgedragen aan de aanschaf van een ATS4 apparaat waarmee op een glaasje in een rooster al deze gangliosiden kunnen worden geprint (Figuur 1). Met deze techniek worden op dit moment de eerste 1000 patiënten uit de International GBS Outcome Study (IGOS) cohort heel precies getypeerd. Ook worden er bloedmonsters onderzocht uit landen waar een paar jaar geleden het Zika virus veel gevallen van GBS heeft veroorzaakt. Het onderzoek gaat ons leren welke antistoffen bij iedere individuele patiënt precies gevonden kunnen worden. In de IGOS zijn ook de reactie op de behandeling en de prognose kan worden onderzocht. Daardoor kunnen we ook bepalen of de antistoffen zijn gerelateerd aan de voorafgaande infectie, het type neurologische uitval, de ernst van de GBS, de reactie op behandeling en de prognose op lange termijn.

Figuur 1. Opstelling ATS4 apparaat om ganglioside te printen op een glaasje.
De techniek wordt nu ook gebruikt voor onderzoek naar andere vormen van zenuwontsteking die kunnen lijken op GBS en soms zelfs een variant van GBS lijken te zijn (Figuur 2). Met die kennis willen we de oorzaak van GBS bij individuele patiënten beter begrijpen en hopen we een meer persoonsgerichte diagnostiek en behandeling te ontwikkelen.

Figuur 2. De antistoffen van een patiënt met zenuwontsteking binden op de plek waar een combinatie van twee glycolipiden zijn gespot (pijlen). Er is geen reactiviteit te zien op de plek waar de enkele glycolipiden zijn gespot (cirkels).